zelfgedraaid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zelf·ge·draaid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf zn en gedraaid bn
stellend | |
---|---|
onverbogen | zelfgedraaid |
verbogen | zelfgedraaide |
partitief | zelfgedraaids |
Bijvoeglijk naamwoord
zelfgedraaid
- zelf gemaakt door draaien m.n. van sigaretten die men draait van tabak en vloeipapier
- ▸ Des te opvallender zijn de foto's waarop de dokter een zelfgedraaide sigaret doorgeeft aan de zoon van het getroebleerde popicoon.[1]
Gangbaarheid
- Het woord zelfgedraaid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “'Zoon Michael Jackson rookt verdacht goedje'” (06 aug. 2015), De Telegraaf