zekeringhouder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ze·ke·ring·hou·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zekering en houder
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zekeringhouder | zekeringhouders |
verkleinwoord | zekeringhoudertje | zekeringhoudertjes |
Zelfstandig naamwoord
de zekeringhouder m
- het object dat de zekering vasthoudt.
Gangbaarheid
- Het woord 'zekeringhouder' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.