Naar inhoud springen

zegde voort

Uit WikiWoordenboek
Versie door Marcel coenders (overleg | bijdragen) op 22 jan 2018 om 21:09
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • zeg·de voort
vervoeging van
voortzeggen

zegde voort

  1. enkelvoud verleden tijd van voortzeggen
    • Ik zegde voort. 
    • Jij zegde voort. 
    • Hij, zij, het zegde voort.