zat in
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zat in
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inzitten |
zat in
- enkelvoud verleden tijd van inzitten
- Ik zat in.
- Jij zat in.
- Hij, zij, het zat in.
- Ik zat in.
Gangbaarheid
- Het woord zat in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.