wurgt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wurgt

Werkwoord

vervoeging van
wurgen

wurgt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wurgen
    • Jij wurgt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wurgen
    • Hij wurgt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van wurgen
    • Wurgt!