wraakroepend

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wraak·roe·pend
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen wraakroepend
verbogen wraakroepende
partitief wraakroepends

Bijvoeglijk naamwoord

wraakroepend [1]

  1. van iets dat het zo slecht, gemeen of misdadig is dat het uitnodigt tot wraak
    • Dat Belfius in deze fase aan de externe bestuurders denkt en geen signaal geeft dat er ook erkenning is voor het personeel, vindt ze ‘onaanvaardbaar’. In het persbericht vallen harde woorden zoals ‘wraakroepend, schandalig en hebberig’.[2] 
    • Omdat het om namaak gaat, is het speelgoed van slechtere kwaliteit en kan het zelfs gevaarlijk zijn, zeker voor kleine kinderen. Zo werden onder meer nagemaakte speelgoedsmartphones voor kinderen aangetroffen. Wanneer je op de menutoets van het toestel drukte, kreeg je een elektrische schok. Onveilig dus voor kinderen. ‘Dit is wraakroepend. Het gaat om criminaliteit van het laagste niveau’, aldus minister Peeters.[3] 

Gangbaarheid

74 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen