woelden bloot

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • woel·den bloot
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
blootwoelen

woelden (...) bloot

  1. meervoud verleden tijd van blootwoelen
    • Wij woelden bloot. 
    • Jullie woelden bloot. 
    • Zij woelden bloot. 

Gangbaarheid