wint uit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wint uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitwinnen |
wint (...) uit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwinnen
- Jij wint uit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwinnen
- Hij wint uit.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitwinnen
- Wint uit!
Gangbaarheid
- Het woord wint uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.