Naar inhoud springen

wijd uit

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 23 dec 2018 om 00:40 (→‎top: niet-GB nieuwe stijl met AWB)
  • wijd uit
vervoeging van
uitwijden

wijd uit

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwijden
    • Ik wijd uit. 
  2. gebiedende wijs van uitwijden
    • Wijd uit! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwijden
    • Wijd je uit?