werp neer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- werp neer
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
neerwerpen |
werp (...) neer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerwerpen
- Ik werp neer.
- gebiedende wijs van neerwerpen
- Werp neer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerwerpen
- Werp je neer?