wend
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wend
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wenden |
wend
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wenden
- Ik wend.
- gebiedende wijs van wenden
- Wend!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wenden
- Wend je?
Limburgs
Uitspraak
- IPA: /(x)wænð/ (Etsbergs)
Voegwoord
wend