weifelt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wei·felt

Werkwoord

vervoeging van
weifelen

weifelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weifelen
    • Jij weifelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weifelen
    • Hij weifelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van weifelen
    • Weifelt!