weerhoudt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- weer·houdt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
weerhouden |
weerhoudt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weerhouden
- Jij weerhoudt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weerhouden
- Hij weerhoudt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van weerhouden
- Weerhoudt!