weerhoudt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weer·houdt

Werkwoord

vervoeging van
weerhouden

weerhoudt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weerhouden
    • Jij weerhoudt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weerhouden
    • Hij weerhoudt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van weerhouden
    • Weerhoudt!