watertandt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: watertandt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wa·ter·tandt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
watertanden |
watertandt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van watertanden
- Jij watertandt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van watertanden
- Hij watertandt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van watertanden
- Watertandt!