vulden af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vul·den af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afvullen |
vulden af
- meervoud verleden tijd van afvullen
- Wij vulden af.
- Jullie vulden af.
- Zij vulden af.
- Wij vulden af.
Gangbaarheid
- Het woord vulden af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.