Naar inhoud springen

vrijvochten

Uit WikiWoordenboek
Versie door DifoolBot (overleg | bijdragen) op 7 mrt 2016 om 10:58 (audio nld, IPA nld)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vrij·voch·ten

Werkwoord

vervoeging van
vrijvechten

vrijvochten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van vrijvechten
    • ...dat wij vrijvochten. 
    • ...dat jullie vrijvochten. 
    • ...dat zij vrijvochten.