vries kapot

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vries ka·pot
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
kapotvriezen

vries (...) kapot

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kapotvriezen
    • Ik vries kapot. 
  2. gebiedende wijs van kapotvriezen
    • Vries kapot! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kapotvriezen
    • Vries je kapot? 

Gangbaarheid