vraag uit

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vraag uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitvragen

vraag (...) uit

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvragen
    • Ik vraag uit. 
  2. gebiedende wijs van uitvragen
    • Vraag uit! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvragen
    • Vraag je uit? 

Gangbaarheid