voorkwamen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·kwa·men

Werkwoord

vervoeging van
voorkomen

voorkwamen

  1. meervoud verleden tijd van voorkomen
    • Wij voorkwamen. 
    • Jullie voorkwamen. 
    • Zij voorkwamen. 
Verwante begrippen

Werkwoord

vervoeging van
voorkomen

voorkwamen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van voorkomen
    • ...dat wij voorkwamen. 
    • ...dat jullie voorkwamen. 
    • ...dat zij voorkwamen.