kwamen voor

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kwa·men voor
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voorkomen

kwamen voor

  1. meervoud verleden tijd van voorkomen
    • Wij kwamen voor. 
    • Jullie kwamen voor. 
    • Zij kwamen voor. 
Verwante begrippen


Gangbaarheid