voerde actie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voer·de ac·tie
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
actievoeren

voerde actie

  1. enkelvoud verleden tijd van actievoeren
    • Ik voerde actie. 
    • Jij voerde actie. 
    • Hij, zij, het voerde actie. 


Gangbaarheid