voegt bijeen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voegt bij·een
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
bijeenvoegen

voegt (...) bijeen

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijeenvoegen
    • Jij voegt bijeen. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijeenvoegen
    • Hij voegt bijeen. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bijeenvoegen
    • Voegt bijeen! 

Gangbaarheid