voedert
Uiterlijk
- voe·dert
vervoeging van |
---|
voederen |
voedert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voederen
- Jij voedert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voederen
- Hij voedert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van voederen
- Voedert!
- Het woord voedert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.