villawijkje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: villawijkje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvilaˌwɛikjə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- vil·la·wijk·je
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
het villawijkje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord villawijk