vijlde aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vijl·de aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanvijlen

vijlde (...) aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aanvijlen
    • Ik vijlde aan. 
    • Jij vijlde aan. 
    • Hij, zij, het vijlde aan. 

Gangbaarheid