verzeihen
Duits
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·zei·hen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verzeihen |
verzieh |
verziehen |
volledig |
Werkwoord
verzeihen verzeihen + datief
- vergeven [1], genade/vergiffenis schenken