verwenst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·wenst
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van verwensen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
verwensen

verwenst

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwensen
    • Jij verwenst. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwensen
    • Hij verwenst. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verwensen
    • Verwenst! 
vervoeging van: verwensen…
verbogen vorm: verwenste

verwenst

  1. voltooid deelwoord van verwensen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be