verwensen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·wen·sen
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van wensen met het voorvoegsel ver- [1]
Werkwoord
verwensen [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verwensen |
verwenste |
verwenst |
zwak -t | volledig |
- zeggen dat je hoopt dat iemand iets kwaads overkomt
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord verwensen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verwensen" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ verwensen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel ver- in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %