verwatert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·wa·tert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verwateren |
verwatert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwateren
- Jij verwatert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwateren
- Hij verwatert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verwateren
- Verwatert!