vervaarden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vervaarden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·vaar·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vervaren |
vervaarden
- meervoud verleden tijd van vervaren
- Wij vervaarden.
- Jullie vervaarden.
- Zij vervaarden.
- Wij vervaarden.