verlinkt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·linkt
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van verlinken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
verlinken

verlinkt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verlinken
    • Jij verlinkt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verlinken
    • Hij verlinkt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verlinken
    • Verlinkt! 
vervoeging van: verlinken…
verbogen vorm: verlinkte

verlinkt

  1. voltooid deelwoord van verlinken