vergrendelt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·gren·delt

Werkwoord

vervoeging van
vergrendelen

vergrendelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergrendelen
    • Jij vergrendelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergrendelen
    • Hij vergrendelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vergrendelen
    • Vergrendelt!