verbrast

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·brast
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van verbrassen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
verbrassen

verbrast

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbrassen
    • Jij verbrast. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbrassen
    • Hij verbrast. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verbrassen
    • Verbrast! 
vervoeging van: verbrassen…
verbogen vorm: verbraste

verbrast

  1. voltooid deelwoord van verbrassen