verbindende
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verbindende (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·bin·den·de
Werkwoord
vervoeging van: | verbinden |
verbindende
- verbogen vorm van verbindend, het onvoltooid deelwoord van verbinden
Bijvoeglijk naamwoord
verbindende
- verbogen vorm van de stellende trap van verbindend