verachtvoudigt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·acht·vou·digt

Werkwoord

vervoeging van
verachtvoudigen

verachtvoudigt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verachtvoudigen
    • Jij verachtvoudigt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verachtvoudigen
    • Hij verachtvoudigt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verachtvoudigen
    • Verachtvoudigt!