uitvogelend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitvogelend (hulp, bestand)
Woordafbreking
- uit·vo·ge·lend
Werkwoord
vervoeging van: | uitvogelen |
verbogen vorm: | uitvogelende |
uitvogelend
vervoeging van: | uitvogelen |
verbogen vorm: | uitvogelende |
uitvogelend