uitbraden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- uit·bra·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit en braden [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitbraden |
braadde uit |
uitgebraden |
zwak -d
gemengd |
volledig |
Werkwoord
uitbraden [2]
- overgankelijk, (voeding) het vet eruit braden
- Vlees uitbraden.
Uitdrukkingen en gezegden
- Er de boter uitbraden
Smullen, het er eens van nemen
Gangbaarheid
- Het woord uitbraden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Gemengd werkwoord in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Voeding in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal