tyuri

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tyu·ri
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Antiliaans - Nederlands
enkelvoud meervoud
naamwoord tyuri tyuri's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

tyuri

  1. sissend geluid dat afkeuring of minachtig uitdrukt
     Elza dacht wel dat er in huis nog iemand was die precies wist wat er gaande was, dat was Maisa. Ze had het gezien aan de manier waarop Maisa soms een kleine tyuri maakte als Sarith de kamer binnenkwam, of op de manier waarop Maisa naar Sarith keek als die opgewonden wat vertelde.[1]
     Ogenschijnlijk zonder reden weigert hij botweg aan sommige mensen te verkopen. Met een schouderophalen of een tyuri gaan die dan weg.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 6 oktober 2021 Weblink bron “Hoe duur was de suiker?” (1987), DBNL
  2. Bronlink geraadpleegd op 6 oktober 2021 Weblink bron “De bloemen zijn gek” (1986), DBNL