tutoyeert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tu·toy·eert

Werkwoord

vervoeging van
tutoyeren

tutoyeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tutoyeren
    • Jij tutoyeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tutoyeren
    • Hij tutoyeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van tutoyeren
    • Tutoyeert!