tunnellen

Uit WikiWoordenboek

Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • tun·nel·len
Naar frequentie tunnellen: 12959
tunellen: 91281

Zelfstandig naamwoord

tunnellen

  1. nominatief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van tunnel
Schrijfwijzen
  • tunelen
  • (foutieve schrijfwijze) tunellen