trommelden op
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- trom·mel·den op
Woordherkomst en -opbouw
- uit trommelden (werkwoord) en op, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
optrommelen |
trommelden (...) op
- meervoud verleden tijd van optrommelen
- Wij trommelden op.
- Jullie trommelden op.
- Zij trommelden op.
- Wij trommelden op.