treedt in

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • treedt in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
intreden

treedt in

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intreden
    • Jij treedt in. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intreden
    • Hij treedt in. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van intreden
    • Treedt in! 


Gangbaarheid