tournee

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tour·nee
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘rondreis’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1815 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord tournee tournees
verkleinwoord tourneetje tourneetjes

Zelfstandig naamwoord

de tourneev

  1. een rondreis bedoeld om op diverse plaatsen een concert of uitvoering te verzorgen
    • De Amerikaanse tournee was een groot succes. 
    • Het zou zelfs kunnen dat een van hen vanavond naar de laatste voorstelling van het toneelstuk gaat waarmee ik op tournee ben, dat is niet ondenkbaar; ook hier in Minnesota was Better Worlds Through Weyland-Yutani lang voordat de tournee ons hier bracht al uitverkocht. [2] 

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen