toewenste
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- toe·wens·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
toewensen |
toewenste
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van toewensen
- ... dat ik toewenste.
- ... dat jij toewenste.
- ... dat hij, zij, het toewenste.
- ... dat ik toewenste.