toenamen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·na·men

Zelfstandig naamwoord

de toenamenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord toename
  2. meervoud van het zelfstandig naamwoord toenaam
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van
toenemen

toenamen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van toenemen
    • ...dat wij toenamen. 
    • ...dat jullie toenamen. 
    • ...dat zij toenamen.