tintelend
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tin·te·lend
Werkwoord
vervoeging van: | tintelen |
verbogen vorm: | tintelende |
tintelend
stellend | |
---|---|
onverbogen | tintelend |
verbogen | tintelende |
partitief | tintelends |
Bijvoeglijk naamwoord
tintelend
- gepaard gaande met tintelingen
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord tintelend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Tubantia 06-11-17 Het ventje dat je groot en klein maakt
- ↑ Tubantia Cornelleke Blok 27-02-18 Werken in de vrieskou: 'In beweging blijven is het beste'