time-out
Uiterlijk
- time-out
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | time-out | time-outs |
verkleinwoord |
de time-out m
- onderbreken van een wedstrijd voor overleg, waarbij de speelklok wordt stilgezet
- in de geestelijke gezondheidszorg en pedagogiek een rustperiode waarin de cliënt of de leerling tijdelijk uit het dagelijks leven of de schoolsituatie geplaatst wordt
- Het woord time-out staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "time-out" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be