tiereliert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tie·re·liert

Werkwoord

vervoeging van
tierelieren

tiereliert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tierelieren
    • Jij tiereliert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tierelieren
    • Hij tiereliert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van tierelieren
    • Tiereliert! 

Gangbaarheid