tierelieren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tierelieren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- tie·re·lie·ren
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
tierelieren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tierelieren |
tierelierde |
getierelierd |
zwak -d | volledig |
- het vrolijk zingen zoals leeuweriken dat doen
- De vogels van Holland zijn zo muzikaal
Ze leren in hun prille jeugd al tierelieren
De merel, de lijster en de nachtegaal
Om zo de lent’ in Holland goed te kunnen vieren [3]
- De vogels van Holland zijn zo muzikaal
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord tierelieren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tierelieren" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ tierelieren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ HP de Tijd EVA BOSGRAAF 6 MEI 2014 Vogels spotten op het Songfestival
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be