terminologischers
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ter·mi·no·lo·gi·schers
Bijvoeglijk naamwoord
terminologischers
- partitief van de vergrotende trap van terminologisch
Gangbaarheid
- Het woord 'terminologischers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.